Contentrelaties en crossmediale conceptvormen staan vaak in verband met elkaar. Deze verbanden worden ook wel crossmediale relaties genoemd. In deze blogpost probeer ik zo goed mogelijk uit te leggen wat deze verbanden precies inhouden.
Laten we beginnen met een iconische relatie. Bij een iconische relatie zijn er, verspreid over meerdere kanalen, overeenkomsten. Toch kunnen deze kanalen ook los van elkaar staan. Kijk maar naar het ‘merk’ LINDA. LINDA is het tijdschrift van Linda de Mol, maar LINDA is ook een uitgeverij. Ook is er de LINDAFOUNDATION. Dit is een goed doel dat geld inzamelt voor gezinnen die niet genoeg geld hebben om voor hun kinderen te zorgen. Ze komen uit de hand van dezelfde redactie en organisatie maar staan wel los van elkaar. De iconische contentrelatie hoort bij transmediaal, omdat bij transmediaal de kanalen ook los van elkaar gezien kunnen worden. (bijvoorbeeld het boek en de verfilming)
De volgende term die we bespreken is de indexicale contentrelatie. Indexicaal betekent dat er via elk kanaal wordt doorverwezen naar een ander kanaal. Neem bijvoorbeeld het programma Rudolph’s Bakery op 24kitchen. Het werkt als volgt: onze lieve Rudolph bakt een verschrikkelijk ingewikkelde caramel-chocolate-fudge-cheesecake waarbij hij gebruik maakt van de geavanceerde keukenmachines van het merk Kenwood. Rudolph bakt deze overheerlijke, maar onwijs ingewikkelde cheesecake in zo’n rap tempo dat je het eigenlijk niet zo goed hebt kunnen volgen. Ook zijn de keukenmachines die jij thuis hebt staan niet echt geschikt voor deze taart. Wat er gebeurt: jij gaat naar de site van Rudolph’s Bakery om het recept nog eens op te zoeken én je schaft een Kenwood keukenmachine aan om je liefde voor bakken (die is voortgekomen uit je mid-life crisis) voort te kunnen zetten. Deze indexicale content staat in verband met crossmediaal omdat bij crossmediaal de verschillende kanalen ook naar elkaar verwijzen en elkaar overlappen.
Als laatste de symbolische contentrelatie. Bij deze symbolische content gaat het vooral om wat het uitstraalt en minder om wat het inhoud, een soort statussymbool. Kijk bijvoorbeeld naar het merk Apple. Er zijn onwijs veel mensen die deze producten gebruiken. Dat niet alleen omdat het een prettig merk is, maar ook omdat het een soort statussymbool is. Als jij met je Mac Bookje op school rond loopt dan staat dat toch wat leuker en professioneler dan als je met een ouderwetse Dell laptop aan komt zetten. Dat komt niet alleen door het prijsverschil, maar ook omdat we dat met z’n allen zo hebben afgesproken. Dit hoort bij multimediaal.
Nu weten we wat de verschillende soorten contentrelaties inhouden en wat ze betekenen. Iconisch staat in verband met de transmediale conceptvorm, indexicaal staat in verband met de crossmediale conceptvorm en symbolisch staat in verband met de multimediale conceptvorm.
Crossmedia Theorie JDE-D04 2014 