Contentrelaties

Vanuit mijn vorige blog weten we dat er drie verschillende conceptvormen zijn om Crossmedia te gebruiken namelijk, multimediaal, crossmediaal en transmediaal. Maar, bij deze conceptvormen horen ook drie verschillende contentrelaties, iconisch, indexicaal en symbolisch. Deze contentrelaties houden dus verband met de crossmediale conceptvormen.

Maar welke contentrelatie hoort nou bij welke crossmediale conceptvorm?

Als het gaat over de relatie tussen concept en consument waar de boodschap / informatie op verschillende media gelijk blijft, hebben we het over een iconische contentrelatie. Daarom ben ik van mening dat deze contentrelatie in verband staat met de multimediale conceptvorm. Want bij deze conceptvorm blijft de informatie op de verschillende mediakanalen gelijk. Denk bijvoorbeeld eens aan Unox. Je hoeft alleen maar het melodietje te horen op de radio of tv en je linkt het gelijk met Unox. Het melodietje is dus iconisch voor het merk, maar op elk medium wordt dezelfde boodschap verteld. Of als ik zeg: ’Powered to you’, zeg jij Vodafone. Dit zinnetje komt in elke media uiting terug, terwijl hier ook de boodschap overal het zelfde blijft.

Bij een indexiale contentrelatie gaat het met name om de verschillende media uitingen waar de consument naar toe verwezen wordt om de volgende stap te ondernemen. Omdat bij de crossmediale conceptvorm het ene medium het andere versterkt, hoort deze conceptvorm bij de indexiale contentrelatie. Kijk bijvoorbeeld naar het TV programma Sterren Dansen Op Het IJs. Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van verschillende media. Zo kan de kijker stemmen op zijn of haar favoriet. Dit kan gedaan worden door verschillende dingen namelijk bellen / smsen of via interactieve televisie waarbij de kijker op de rode knop van de afstandsbediening kan drukken. De kijker krijgt dus de mogelijkheid om via een ander media mee te doen. Ze worden eigenlijk doorverwezen naar hun telefoon of afstandsbediening. Nog zo’n voorbeeld is na een TV programma of serie het doorverwijzen naar internet om daar alvast backstage of de volgende afleveren te bekijken. Vaak komt er dan een icoontje in beeld met daarbij de URL.

Als een beleving, kenmerk of emotie symbool staat voor een product wat er naar de consument gecommuniceerd wordt hebben we het over een symbolische contentrelatie. Het product geeft iets extra’s als je het hebt, symbolisch dan. Kijk naar de commercials van AXE. Nu denk je vast al aan vrouwen die als een gek op een man af komen stormen. De man wordt aantrekkelijk omdat hij AXE deodorant gebruikt. Het merk communiceert dat als je dit product gebruikt, vrouwen sneller te verleiden zijn en dat je zekerder van je zaak mag zijn als je AXE gebruikt. Het merk geeft de man ook vertrouwen. ’Gebruik ons product en je hebt succes bij de dames.’ Dit communiceren ze in commercials op TV maar ook in advertenties. Ook heb je de reclame van Optimel; Meer genieten, minder calorieën. Deze reclame is herkenbaar voor veel vrouwen omdat het gaat over calorieën, ze kunnen zich goed verplaatsen in het gevoel wat de reclame het eerste deel communiceert. In het tweede deel van de commercial komt het met een oplossing waarin ze kort samengevat communiceren: ”Nooit meer zorgen maken over je calorieën? Drink Optimel. Een heerlijk drankje waar je van geniet, maar wat wel verantwoord is”. Ook deze boodschap komt terug in advertenties.

Omdat deze media niet gebonden aan elkaar zijn, pas deze contentrelatie goed bij het transmediale conceptvorm.

— Sasja C.L. Voogd —

Advertisement